Transformaties

15-11-2011


Je zult nu toch maar afstuderen met de ambitie om in de bouw of de projectontwikkeling te gaan werken. De laatste jaren is de omvang van de branche met, naar mijn inschatting, zo’n veertig procent gekrompen en dus ook de werkgelegenheid in deze sectoren. Dat heet recessie en dan heb je pech.

Daar zullen we naar mijn beste inschatting nog wel minimaal een jaar pijn aan hebben. Maar het probleem zit dieper. Ik vraag mijn publiek bij lezingen om met mij bij het raam te gaan staan en naar buiten te kijken. Ik vertel ze dan dat wat ze zien het vastgoed is waar niet alleen zij, maar ook hun kinderen het mee moeten doen. Er komt niet veel meer bij. Misschien dat we nog wat gaan afbreken en vervangen en misschien is er hier en daar nog ruimte voor nieuwe woningen. Maar dat is het dan ook. Dat is nogal wat anders dan toen ik afstudeerde. We zaten toen, in het begin van de jaren tachtig, ook in een financiële crisis en het was even erg gesteld met de werkgelegenheid. Maar we wisten ook dat de behoefte aan gebouwen en woningen nog steeds groot was. Het land groeide met minimaal 3,5 miljoen inwoners was de prognose en dat is nooit slecht voor de business. Dat perspectief is er nu niet meer.

Omdat ik een ondernemende optimist ben, zeg ik er wel bij dat wat er staat niet geschikt is voor de behoefte van de Nederlanders van nu. De kantoorgebouwen stammen uit het tijdperk van de intensieve personeelhouderij en tegenwoordig willen we werkplekken voor scharrelpersoneel. De helft van de Nederlanders woont binnenkort niet meer in gezinsverband en wil graag in een sociaal prettige omgeving leven, waar je andere alleenstaanden tegenkomt. De winkels die er staan, gaan er nog steeds van uit dat de consument vanzelf bij ze langs komt, terwijl de consument nu precies weet waar hij of zij het beste kan kopen en dat is niet noodzakelijkerwijs om de hoek. Dus als we nog een carrière willen, moeten we ons concentreren op het aanpassen van wat er al is.

Het goede nieuws is dat het allemaal een stuk goedkoper is geworden. De stad kost nu twintig procent minder dan drie jaar geleden en wordt elke dag goedkoper door dalende vastgoedwaarden en bouwprijzen. Dat creëert mogelijkheden voor jonge ondernemers, bedrijven en woonstarters om hun dromen waar te maken, daar waar dat kort geleden nog onbetaalbaar was. Zo poppen overal nieuwe broeiplekken op waar mensen het prettig vinden op een funky manier samen te werken en ze organiseren het grotendeels zelf. Met name omdat wij, de professionals, niet het juiste antwoord weten op hun vraag. Waarschijnlijk horen we zelfs de vraag helemaal niet.

Om dat probleem op te vangen, heeft TCN een methode ontwikkeld, die daarop aansluit. Transformatie, daar hebben we het over, doe je in vier stappen:

  1. Verbind je met de doelgroep die een specifieke behoefte heeft waarop je een antwoord moet geven. Dit is een kwestie van goed luisteren en duidelijk maken dat je een oplossing hebt, die past in hun verwachtingspatroon.
  2. Benut zoveel mogelijk bestaande spullen: gebouwen, terreinen, installaties, aankleding etc., het is zoveel goedkoper dan iets nieuws maken en dat zal nog wel even zo blijven.
  3. Compenseer in diensten, waarde, ruimte omdat je niet helemaal de custom-made oplossing kan aanbieden aangezien je met bestaande spullen moet werken. Het blijkt dat uw potentiële klanten prima in het lelijkste gebouw op het lelijkste bedrijventerrein willen zitten, als je maar veel voor weinig biedt. Zeker als je huurcondities flexibel zijn. Veel, goedkoop en flexibel is zo 2011.
  4. Verbeter in een incrementeel proces, zodat de huurder elke dag ziet dat het beter wordt in het gebouw of het gebied. Zo neem je ze mee in het proces van waardestijging waardoor ze je trouw blijven en zelfs bereid zijn om meer te betalen. Ze raken immers aan de plek gehecht.

Zo schrijven we elke dag het nieuwe praktijkboek van onze branche. En om daarvan het beste te profiteren kun je het beste jong en leergierig zijn, dan oud en wijs. Zoals ik.

Rudy



 << Vorig artikel Terug naar portal Volgend artikel >>